Functies en Activiteitenprogramma’s

Als onderdeel van het nieuwe beleid voor geestelijke gezondheid voor kinderen en adolescenten zijn vijf functies vastgesteld. Er zijn ook activiteitenprogramma’s gedefinieerd die elk deze hoofdfuncties integreren.

Functies

In het geestelijk gezondheidsbeleid voor kinderen, jongeren en hun context worden vijf functies onderscheiden. De eerste vier functies zijn kernfuncties in de geestelijke gezondheidszorg. De laatste functie is een ondersteunende transversale functie waaraan door alle partners samen wordt vormgegeven. Het netwerk ontwikkelt deze functies:

1. Vroegdetectie, screening en oriëntatie

  • Vroegdetectie verwijst naar de analyse van de eerste voorboden van een mogelijke psychische of psychiatrische problematiek met of zonder hulpvraag.
  • Screening betekent de exploratie van de signalen.
  • Oriëntatie betekent het actief richten van het kind of de jongere en zijn context naar een gepast hulp- of zorgaanbod.

2.  Diagnostiek

Diagnostiek verwijst naar het holistisch exploreren op basis van het bio-psycho-sociaal model. Vanuit deze multidimensionale benadering krijgt men een zo volledig mogelijk beeld van de problematiek.

3. Behandeling

Behandeling verwijst naar het op specialistische, gestructureerde en methodische wijze uitvoeren van activiteiten of het nemen van beslissingen die ingrijpen op het psychisch, sociaal en/of somatisch functioneren. Doel is het verbeteren of behouden van het niveau van functioneren, het verminderen van de lijdensdruk en het bevorderen van herstel, waar mogelijk.

4. Inclusie in alle levensdomeinen

Inclusie staat voor gelijkwaardigheid en volwaardig burgerschap. Tot deze functie horen ondersteunings- of ontwikkelingsactiviteiten die tot doel hebben het kind of de jongere zo volwaardig mogelijk te laten participeren in de samenleving. Maatschappelijke inclusie bevordert de persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing.

5. Uitwisselen en samen inzetten van expertise

Elke hulpverlener, discipline, voorziening, sector, … heeft zijn eigen unieke plaats, competenties en verantwoordelijkheden. Op casusniveau worden competenties en expertise uitgewisseld en gebundeld om de continuïteit en de professionaliteit te optimaliseren.

Activiteitenprogramma’s
De netwerken streven naar de realisatie van ten minste volgende activiteitenprogramma’s:

  • Activiteitenprogramma 0*: Universele preventie en gezondheidspromotie
  • Activiteitenprogramma 1: Vroegtijdige opsporing en interventie
  • Activiteitenprogramma 2: Intersectorale consult en liaison
  • Activiteitenprogramma 3: Basisaanbod gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren vanuit een ambulant, semi-residentieel en residentieel kader
  • Activiteitenprogramma 4: Outreachende geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren door de organisatie van mobiele crisiszorg en assertieve hulpverlening en zorgcoördinatie
  • Activiteitenprogramma 5: Integratieve herstelgerichte ondersteuning

*Aangezien preventie geen kerntaak is van de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg maar een fundamentele randvoorwaarde in het nieuw beleid, is voor de symbolische benaming “activiteitenprogramma 0” gekozen.

µ